Wedergeboorte

3 november 2013

Er is maar één ding dat er voor kan zorgen dat je leven iedere dag zijn oorsprong vindt in de hemel en dat is je leven iedere dag boven beginnen.

Lezen: Johannes 2:23-3:21

Tekst: Zondag 3

Laat dit eens tot je doordringen. ‘Wij zijn zo verdorven, dat wij helemaal onbekwaam zijn tot iets goeds en uit op elk kwaad, behalve wanneer wij door de Geest van God opnieuw geboren worden.’ Wat is het dus belangrijk dat je opnieuw geboren wordt! In Johannes 3:3 zegt Jezus: ‘Alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien.’ Ik wil het vanmiddag met u hebben over wedergeboorte. Een ontzettend belangrijk onderwerp. Het gaat hier over hemel en hel. ‘Alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien.’ Dat wil zeggen: kan daar binnengaan om daar eeuwig met God te leven. Als ik het zo zeg dan voel je wel dat er hier bijzonder veel op het spel staat, dat hier alles op het spel staat. In v/a 8 gaat zomaar opeens de deur van hemel of hel voor je open. In Johannes 3 gaat zomaar opeens de deur van hemel of hel voor je open. Jezus zegt in vers 18 dat over wie in Hem gelooft geen oordeel wordt uitgesproken, maar dat wie niet in Hem gelooft al veroordeeld is. En in vers 36: ‘Wie in de Zoon gelooft heeft eeuwig leven, wie de Zoon niet wil gehoorzamen zal dat leven niet kennen; integendeel, Gods toorn blijft op hem rusten.’ Hier gaat de deur van hemel of hel voor je open. Door welke deur ga jij?

 

Dit kan je een wat ongemakkelijk gevoel geven. Alsof je voor het blok wordt gezet. En dan ook nog op een manier dat je geen kant op kunt. Want om met je hoofd van het hakblok van Gods toorn af te komen moet je opnieuw geboren worden. Maar het woord zegt het al: je moet geboren worden. Maar wie van ons heeft er zelf voor gezorgd dat hij geboren werd? Niemand natuurlijk. Je wordt geboren. Je ondergaat het. Je had er ook al niet voor gekozen om verwekt te worden. En zo is het ook met de geboorte waar Jezus het over heeft. Die geboorte is nodig om het nieuwe leven te beginnen. Die geboorte is nodig om het koninkrijk van God binnen te gaan. Maar hoe kun je die geboorte ooit zelf bewerken? Dat maakt dat dit heel ongemakkelijk voelt.

 

Zo voelde het misschien ook ongemakkelijk om te horen dat ‘wij zo verdorven zijn dat wij helemaal onbekwaam zijn tot iets goeds en uit op elk kwaad.’ Let op die woorden ‘helemaal’ en ‘elk’. Die laten geen ruimte over voor ook maar een ietsje pietsje goedheid vanuit onszelf. Wij zijn niet 99,9% verdorven, maar 100%. Denk nog even terug aan v/a 5: ‘naar mijn aard ben ik erop uit om God en mijn naaste te haten.’ Maar dat betekent ook dat wanneer jij iets goeds doet, en gelukkig is dat vaak genoeg, dat altijd voortkomt uit de heilige Geest. Uit de inwerking van de heilige Geest. Wie wel eens denkt: ik merk niks van de heilige Geest in mijn leven die moet dit bedenken: wanneer ik iets goeds doe dan komt dat altijd en alleen maar voort uit de inwerking van de heilige Geest in mij. Want zelf ben ik helemaal onbekwaam tot iets goeds. En of de heilige Geest in mij werkt! Hier merk je iets van wat ik in de preek over Zondag 2 zei: wij preken hier in de kerk geen ellende om je in weg te drukken, wij verkondigen hier Christus. En je ziet opeens het werk van zijn Geest in je oplichten als je iets goeds doet terwijl je weet dat er helemaal niets goeds uit jezelf kan voortkomen.

 

Luister zo ook naar v/a 6 en 7. Als verkondiging van Christus. V/a 6 en 7 zeggen: ligt het nou aan God of ligt het aan de mens? Ligt het nou aan God of aan de mens dat het hier zo’n bende is op aarde? Zoveel ellende, zoveel rottigheid. Ligt het nou aan God of ligt het aan mij dat ik er diep van binnen op uit ben om God en mijn naaste te haten? Om voor mijzelf te kiezen. Om voor mijzelf te gaan. Zat dat er vanaf de schepping al in? Nee absoluut niet, zegt de Catechismus, ‘God heeft de mens goed en naar zijn beeld geschapen.’ Dat zegt de Catechismus in navolging van Genesis 1:31. Na de zesde scheppingsdag, de dag waarop de mens werd geschapen, kijkt God naar alles wat Hij had gemaakt en zag Hij dat het zeer goed was. God heeft de mens goed en naar zijn beeld geschapen, volledig toegerust om Hem te kunnen kennen, om Hem van harte lief te hebben, om met Hem in de eeuwige heerlijkheid te leven, en dat alles om God te loven en prijzen.

 

Maar -logische vervolgvraag, vraag 7- waaruit komt die verdorven aard van de mens dan voort? Antwoord: uit de val van de mens. Uit de ongehoorzaamheid van de mens. Uit de keus van de mens om te willen zijn als God. De bron van alle ellende is niet God maar de mens, komt niet voort uit een keus van God maar uit de keus van de mens. Dat is ongemakkelijk om te horen. Het ligt niet aan God maar aan de mens. Maar stel nou eens dat het aan God lag. Stel nou eens dat de bijbel liet zien dat God de mens slecht had geschapen. Niet volmaakt. Waar was dan onze hoop? Waar was dan onze redding? Hoe zou een God die niet in staat was volmaakte mensen te maken ons geboren kunnen laten worden in een nieuw en volmaakt leven?

 

Kortom, wanneer we vraag 6 en 7 niet lezen komen we ook niet uit bij v/a 8. Zonder v/a 6 en 7 is de noodzaak van die nieuwe geboorte niet duidelijk. In Johannes 3:7 zegt Jezus: ‘jullie moeten allemaal opnieuw geboren worden.’ Ieder mens moet opnieuw geboren worden wil hij of zij het koninkrijk van God binnengaan. V/a 6 en 7 maken duidelijk waarom: het ligt aan de mens en niet aan God. Voor het samenleven van God en mensen moet niet God veranderen maar de mens. ‘Alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien.’ Dus ja, het gaat hier over hemel en hel, hoe ongemakkelijk dat ook voelt. En toch zet het evangelie je nooit voor het blok. Het evangelie zet je altijd voor Jezus. Ook in Zondag 3. Ook deze middag.

 

Eerst nu dit, wat is nou dat ‘opnieuw geboren worden’? Het woord ‘opnieuw’ in Johannes 3:3 kan ook vertaald worden met ‘van boven’. Dat wil zeggen: vanuit de hemel, vanuit God. In zijn eerst brief gebruikt de apostel Johannes consequent de uitdrukking ‘uit God geboren zijn’. In plaats van de term ‘wedergeboorte’ kunnen we misschien beter spreken van ‘hemelgeboorte’. Niet meer je aardse geboorte bepaalt je leven maar je laat je leven bepalen door God in de hemel. Zo iemand is opnieuw geboren. Door je geboorte op aarde ben je een aards mens. Door de geboorte uit je moeder ben je een mens ‘van beneden’. Een mens zonder geestelijk leven, zonder leven met God, zonder relatie met God. De hemelgeboorte -en ja dat is dan opnieuw geboren worden- is het begin van een geestelijk leven. Is het begin van het leven met God, van het leven in relatie met God. In een ander beeld: je bent een nieuwe schepping. Een nieuwe mens. Denk aan ons jaarthema Identiteit. En wat Jezus nou tegen Nicodemus zegt is dit: alleen als je leven begint in de hemel kun je in het koninkrijk van God komen. Dat is toch ook logisch: voor wonen in het hemelrijk heb je een hemelse oorsprong nodig. Wie opnieuw geboren is vanuit de hemel, wat blijkt uit een leven dat bepaald wordt door God in de hemel, die heeft een geboorteakte die het koninkrijk van God vermeldt als land van herkomst.

 

Hoe vindt deze hemelgeboorte plaats? Als je verder leest in Johannes 3 hoor je Jezus in vers 5 zeggen: ‘niemand kan het koninkrijk van God binnengaan, tenzij hij geboren wordt uit water en geest.’ Geboren worden uit water en geest duidt dus hetzelfde aan als de hemelgeboorte. Geboren worden uit water en geest is hetzelfde als opnieuw geboren worden, of uit God geboren worden. En die term ‘geboren worden uit water en geest’ maakt ons duidelijk hoe de wedergeboorte plaatsvindt. Want wat voor water bedoelt Jezus? Denk daarbij aan Johannes de Doper en wat Hij zei (Johannes 1:31-33). Johannes zegt: ik kreeg van God de opdracht om met water te dopen. En God zei daarbij: ‘Wanneer je ziet dat de Geest op iemand neerdaalt en blijft rusten, dan is dat degene die doopt met de heilige Geest.’ En daar haakt Jezus bij aan in zijn gesprek met Nicodemus. Het water verwijst naar het reinigende water van Johannes’ doop. En de geest is de levenwekkende Geest die rust op Jezus. Wie onder de indruk van Johannes’ prediking zijn oude leven heeft afgelegd, mag door geloof in Jezus een nieuw leven beginnen. Dat is de wonderlijke geboorte uit water en Geest (Ezechiël 36:25-27). Die geboorte uit water en geest houdt reiniging en verandering in, bekering en vernieuwing.

 

En reken maar dat dit zichtbaar wordt in je leven. In de eerste brief van Johannes lees je daar het volgende over:

 

1 Johannes 2:29: ‘U weet dat hij (God) rechtvaardig is, en u moet daarom wel inzien dat ieder die rechtvaardig leeft uit God geboren is.’

 

1 Johannes 3:9: ‘Wie uit God geboren is zondigt niet, want Gods zaad is blijvend in hem. Hij kán zelfs niet zondigen, want hij is uit God geboren.’

 

1 Johannes 4:7: ‘Geliefde broeders en zusters, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde komt uit God voort. Ieder die liefheeft is uit God geboren en kent God.’

 

1 Johannes 5:3-4: ‘God liefhebben houdt in dat we ons aan zijn geboden houden. Zijn geboden zijn geen zware last, want ieder die uit God geboren is, overwint de wereld. En de overwinning op de wereld hebben wij behaald met ons geloof.’

 

1 Johannes 5:18: ‘We weten dat iemand die uit God geboren is niet zondigt. De Zoon, die uit God geboren werd, beschermt hem, zodat het kwaad geen vat op hem heeft.’

 

En of hemelgeboorte zichtbaar wordt in je leven! Dit gaan je collega’s aan je zien. Je klasgenoten. Je familie. Dit ga je bij elkaar zien in de kerk. Zo herkennen christenen elkaar over de hele wereld. Als je uit God geboren bent ontspringt je leven in een andere wereld. Een wereld waar recht en gerechtigheid heerst en waar de liefde volmaakt is. Een wereld waar de zonde van leven zonder God niet bestaat en overwonnen is, waar dit kwaad geen voet aan de grond kan krijgen. Door je hemelgeboorte wordt Gods wereld bepalend voor je leven hier op aarde. Door je hemelgeboorte gaat het hemelse doorwerken in je leven hier op aarde. De Geest van God leert je houden van datgene waar God van houdt en leert je haten wat God haat. En dat wordt zichtbaar in je leven.

 

Maar wat nu als je hiervan schrikt? Wat nu als je denkt: ben ik dan wel wedergeboren? Want er gaan dagen voorbij in mijn leven dat de hemel nauwelijks in beeld is, laat staan dat de hemel mijn leven bepaalt. Zou dit niet een gezonde schrik kunnen zijn? Een schrik die je naar Jezus drijft. Met de vraag: Heer, hoe word ik opnieuw geboren? Ik kan mijzelf niet geboren laten worden. Heer, laat mijn leven in de hemel beginnen. Heer, laat mijn leven iedere dag door de hemel bepaald worden.

 

En juist die vraag, dat gebed, beantwoordt God altijd. Want dit gebed vraagt naar datgene wat Gods verlangen is voor jou. ‘Heer, laat mijn leven vanuit de hemel bepaald worden. Heer, wek geestelijk leven in mij. Heer, doe mij in relatie met u leven.’ Gods antwoord: ‘Maar natuurlijk, ik laat jouw leven graag in de hemel beginnen, iedere dag opnieuw.’ God wachtte op dat gebed van jou. God werkte dat gebed in jou. Dat ontdek je achteraf. Het eerste wat altijd op je afkomt is de prediking van Gods evangelie. Dat gebeurt ook nu op deze middag hier in dit kerkgebouw. Dat komt als eerste op je af. Het evangelie. Dit evangelie: ‘Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft’ (Johannes 3:16). God laat zijn liefde zien. Zijn liefde waarmee Hij de mensheid wil redden van de ondergang, de ondergang die onherroepelijk komt wanneer je leeft zonder Hem. God laat zijn liefde zien. In Jezus. Door Hem is er verzoening. Door Hem is er herstel van de relatie met God. Vernieuwing van de relatie met God. God laat zijn liefde zien in Jezus. En Hij vraagt van jou om je aan die liefde over te geven. Om daarop te vertrouwen. Dat zo de relatie met God mogelijk is en werkelijkheid is. Kijk omhoog naar Jezus aan het kruis zoals de Israëlieten in de woestijn opkeken naar de slang op de staak. Zie je dat dit evangelie je voor Jezus neerzet?

 

En zo ligt onder jouw wedergeboorte Gods liefde. Dat is de basis. Dat is het fundament. God liet zijn Zoon geboren worden vanuit de hemel om de band met de mens te herstellen. En God laat dat op aarde verkondigen. En uit die verkondiging worden mensen opnieuw geboren. Luister maar naar wat de apostel Petrus daarover zegt. Hij schrijft in zijn eerste brief: ‘heb elkaar onvoorwaardelijk lief, als mensen die opnieuw zijn geboren, niet uit vergankelijk maar uit onvergankelijk zaad, door Gods levende en altijd blijvende woord’ (1 Petrus 1:23). God verwekt kinderen door te spreken. God spreekt en zie ze zijn er. God laat de prediking van zijn Woord vergezeld gaan met de krachtige werking van de heilige Geest die het gebed in een mens opwekt: ‘Heer, wek geestelijk leven in mij. Doe mij in relatie met u leven.’ Johannes weet heel goed dat de nieuwe geboorte van een mens het werk van God is. In Johannes 1:13 lees je: ‘Zij (de kinderen van God) zijn niet op een natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man, maar uit God.’ Je wordt verwekt en je wordt geboren. Uit liefde. God spreekt en het is er. En daarom is alle eer, lof en dank voor God!

 

Maar wat kan jij doen wanneer je hier zit en denkt: ik wil opnieuw geboren worden? Wat kun jij doen om iedere dag opnieuw je leven vanuit de hemel te laten bepalen? Je hebt gehoord dat wij mensen zo verdorven zijn dat we helemaal onbekwaam zijn tot iets goeds en uit op elk kwaad, behalve wanneer wij door de Geest van God opnieuw geboren worden. En nu denk je: dat wil ik, wat moet ik doen? Je hoeft niks te doen. Tenminste, niet meer dan het evangelie van God op je af laten komen. Het evangelie van Jezus. In dat evangelie komt Jezus zelf op je af. En ja, aanvaard Hem. Geloof Hem. Omhels Hem. Kniel voor Hem. Kijk naar Hem. En doe dat dan ook iedere morgen. Er is maar één ding dat je kan overhalen om God lief te hebben en dat is de liefde van God. Er is maar één ding dat je kan overhalen om in relatie met God te gaan leven en dat is dat God in relatie met jou wil leven. Er is maar één ding dat er voor kan zorgen dat je leven iedere dag zijn oorsprong vindt in de hemel en dat is je leven iedere dag boven beginnen. Amen.