Wegwijzers naar een open koninkrijk
19 maart 2017
Waar ben je aan gebonden wil je het koninkrijk van de hemel binnengaan? De apostelen hebben de sleutels van het koninkrijk bediend: dit is wel nodig om binnen te gaan, dat niet meer. Zo wezen zij de weg, de poort staat open.
Lezen: Matteüs 16:13-28, 18:15-18
Tekst: Zondag 31
Waarvoor gebruik je een sleutel? Ga eens wat sleutels na die je in je zak of tas hebt. Toen je naar de kerk ging deed je de voordeur achter je op slot. Toen je bij de kerk aankwam deed je de auto op slot, of je zette je fiets op slot. Misschien heb je nog een sleutel van een kluis, schuur, bureau of dagboek. En wij gebruiken al die sleutels om dingen af te sluiten. Om ze te beschermen tegen gebruik door anderen.
Misschien komt het daardoor dat wij ons wat ongemakkelijk kunnen voelen bij die ‘sleutels van het koninkrijk der hemelen’. Helemaal omdat er zo veel van afhangt: toegang tot het koninkrijk van God. Van die sleutels kan zomaar iets dreigends uitgaan. Ze maken je bang en onzeker: gaat het koninkrijk voor mij open of blijft het dicht?
Maar dat kan toch nooit Gods bedoeling zijn? God wil dat alle mensen behouden worden (1 Timoteüs 2:4). Hij opent de deuren van zijn koninkrijk wijd en Hij geeft je zelf de sleutel om daar binnen te gaan. Wie een huis koopt of gaat huren krijgt op een gegeven moment ook de sleutel. Dat is een feestelijk moment: ik heb de sleutel! Eerder kon je alleen om je toekomstige huis heenlopen en proberen door de ramen naar binnen te kijken. Maar nu je de sleutel ontvangen hebt kun je naar binnen. Zo is het ook met de ‘sleutels van het koninkrijk der hemelen’, die openen. Het hemelrijk was gesloten voor zondaars, maar God geeft je zelf de sleutel om de weg naar binnen te vinden. Thema van de preek:
De sleutels zijn wegwijzers naar een open koninkrijk
In Matteüs 16:19 lezen we dat Jezus tegen Petrus zegt: ‘Ik zal je de sleutels van het koninkrijk van de hemel geven.’ De apostel Petrus heeft op afbeeldingen daarom altijd één of twee sleutels in zijn hand. De roomsen zeggen dat die sleutelmacht nu bij de paus berust. Gereformeerden denken vaak dat die bij de kerkenraad terecht is gekomen. Beiden zitten ernaast. Die sleutels zijn bediend door Petrus en de apostelen en die worden vandaag niet meer bediend. Het evangelie wordt nog wel bediend en ook de kerkelijk tucht, maar dat is niet een bediening van die sleutels van Matteüs 16.
Want wat gebeurt er in Matteüs 16:19? Om die vraag te kunnen beantwoorden moeten we eerst weten wat het bedienen van de sleutels inhoudt. Dat blijkt uit de tweede helft van vers 19: ‘en al wat je op aarde bindend verklaart zal ook in de hemel bindend zijn, en al wat je op aarde ontbindt zal ook in de hemel ontbonden zijn.’ Die termen ‘bindend verklaren’ en ‘ontbinden’ werden in de tijd van Jezus gebruikt als aanduiding voor het doen van leeruitspraken. Bindende uitspraken over wat moet of niet meer hoeft. Het gaat er dus niet om dat bepaalde personen worden toegelaten of buitengesloten, maar dat men gebonden is aan bepaald onderwijs. Die binding kan als gevolg hebben dat mensen die daar niet mee instemmen worden buitengesloten (dat is het geval in Matteüs 18), maar dat buitensluiten zelf valt niet onder het ‘binden en ontbinden’. Het valt dus ook niet onder het hanteren van de sleutels van het koninkrijk. De verkondiging van het evangelie en de kerkelijke tucht zijn in Matteüs geen sleutels van het koninkrijk. Als aan iemand de sleutels van het koninkrijk worden toevertrouwd betekent dit dat hij bindende uitspraken mag doen over wat moet of wat niet meer hoeft om het koninkrijk van de hemel binnen te gaan.
In Mattëus 16:19 draagt Jezus zijn werk over aan zijn apostelen. Dat mensen zouden binnengaan in het koninkrijk, daar draaide heel Jezus’ werk op aarde om. Maar nu zijn sterven eraan komt en daar achter zijn hemelvaart, draagt hij dit over aan zijn apostelen. Hij geeft zijn leerlingen in de persoon van Petrus de volmacht om bindende uitspraken te doen. Over wat moet of niet meer hoeft om het koninkrijk van de hemel binnen te gaan. Jezus zelf had ook al zulke uitspraken gedaan. In Matteüs 7:21 lezen we dat Jezus zegt: ‘Niet iedereen die ‘Heer, Heer’ tegen mij zegt, zal het koninkrijk van de hemel binnengaan, alleen wie handelt naar de wil van mijn hemelse Vader.’ Bedenk dat er met de komst en het werk van de Here Jezus op aarde wel het een en ander veranderd is. De weg naar God toe is anders geworden. Daarom waren er nieuwe wegwijzers nodig: zó zul je binnengaan.
De apostelen mogen die wegwijzers gaan plaatsen. Oftewel, zij hebben de sleutels bediend. Je komt dat op tal van plaatsen in het nieuwe testament tegen. Een heel duidelijk voorbeeld is de apostelvergadering (Handelingen 15). De vraag is opgekomen of christenen uit de heidenen zich moeten laten besnijden om het koninkrijk van God binnen te gaan. In vers 28-29 zie je dan de sleutels bediend worden, - daar staat de uitkomst van de vergadering: ‘In overeenstemming met de heilige Geest hebben wij besloten u geen andere verplichtingen op te leggen dan wat strikt noodzakelijk is: onthoud u van offervlees dat bij de afgodendienst is gebruikt, van bloed, van vlees waar nog bloed in zit, en van ontucht.’ Kortom: je daarvan onthouden moet dus wel wanneer je het koninkrijk wilt binnengaan, maar besnijdenis hoeft niet meer. In Galaten 6:15 lezen we in diezelfde stijl: ‘Het is (om binnen te gaan in het koninkrijk) volkomen onbelangrijk of men wel of niet besneden is, belangrijk is dat men een nieuwe schepping is.’ Daar zien we de apostel Paulus de sleutels hanteren, vanzelfsprekend in navolging van wat er gezegd is op de vergadering van Handelingen 15. Maar Paulus gaat ook verder. In Galaten 4:10 zegt hij: ‘U houdt u werkelijk aan vaste feestdagen, maanden, seizoenen en jaren?’ Het is voor ons niet direct duidelijk waar dat over gaat -voor de Galaten zeker, reken maar- maar met zijn apostolische volmacht zegt Paulus: dat hoeft niet meer. In Kolossenzen 2:16-17 iets soortgelijks: ‘Laat niemand u iets voorschrijven op het gebied van eten en drinken of het vieren van feestdagen, nieuwemaan en sabbat. Dit alles is slechts een schaduw van wat komt - de werkelijkheid is Christus.’ Kortom, de spijswetten en de feesten van het Jodendom houden is niet nodig om het koninkrijk binnen te gaan. En bij het joodse volk horen is ook niet nodig om binnen te gaan (Kolossenzen 3:11). Christus is nodig. Een laatste voorbeeld uit 1 Korintiërs 7:19, daar zegt de apostel Paulus: ‘Het is volkomen onbelangrijk of men wel of niet besneden is, belangrijk is dat men de geboden van God in acht neemt.’
Dit is zulk mooi evangelie! God zegt vanmiddag tegen ons: ga mijn koninkrijk binnen. En God zegt dat omdat Hij ons wil redden en behouden, omdat Hij ons bij zich wil hebben. En God zelf wijst ons dan ook nog eens de weg, door de apostelen onder leiding van de heilige Geest bindende uitspraken te laten doen: dit is wel nodig om binnen te gaan, dat is niet nodig om binnen te gaan. Dat God zelf die weg wijst en de apostelen het nieuwe testament heeft laten vullen als één grote wegwijzer, vind ik ontzettend mooi. God en Christus doen er echt alles aan om mij binnen te halen. En niet alleen mij, maar tallozen: een onafzienbare menigte die niet te tellen is (Openbaring 7).
Maar hoe ga je nu dan binnen? Wat is de sleutel tot het koninkrijk van de hemel? Wat een belangrijke vraag, hier mag geen onduidelijkheid over bestaan of relativerend over gesproken worden. Door ambtsdragers niet, door niemand niet. Hier zit trouwens wel de bedoeling van Zondag 31 van de Catechismus. In Zondag 31 belijden we dat door de verkondiging van het evangelie en door de kerkelijke tucht de weg naar het koninkrijk moet worden gewezen. Zondag 31 is dus een hele mooie zondag en helemaal geen enge of vervelende. Zondag 31 is de laatste zondag in het deel over ‘onze verlossing’. In Zondag 31 belijden we dat door de verkondiging en de tucht de weg naar het koninkrijk moet worden gewezen: zó ga je binnen. De logische keerzijde is dat mensen die deze weg niet willen gaan moeten worden gewaarschuwd en bij verharding buiten de gemeente moeten worden gesloten. Het gaat hier immers over het belangrijkste wat er op aarde is: binnengaan in het koninkrijk van God.
Hoe ga je binnen? Waar ben je aan gebonden wil je binnengaan? De catechismus vat het apostolisch onderwijs in v/a 84 zo samen: je gaat binnen door de belofte van het evangelie met waar geloof aan te nemen. Deze belofte, dat je zonden je door God vergeven worden op grond van het werk van Christus. In Matteüs 16 volgt de eerste lijdensaankondiging direct op het gedeelte over de sleutels (vers 21). Dus de sleutel tot Gods koninkrijk is dat je die belofte aanneemt. Je zonden zijn je vergeven zo vaak je de belofte van het evangelie aanneemt en daar een beroep op doet in geloof. Dan gaat de deur van het hemelrijk voor je open en straalt de eeuwige vrede van God over je heen. De Catechismus wijst hiermee op de kern van het nieuwtestamentisch onderwijs. Denk daarbij aan teksten als 2 Korintiërs 5:20: ‘laat u met God verzoenen’ en Johannes 3:16: ‘God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft’ en 1 Johannes 1:9: ‘Belijden wij onze zonden, dan zal hij, die trouw en rechtvaardig is, ons onze zonden vergeven en ons reinigen van alle kwaad.’ Maar behalve deze kern hebben de apostelen onder leiding van de heilige Geest meer wegwijzers geplaatst, denk aan de voorbeelden hierboven. Wat zijn wij rijk met deze wegwijzers. Prachtig toch? Langs deze weg ga je binnen. De apostelen hebben op gezag van Jezus bindend vastgelegd wat de weg is, de poort en het wachtwoord. De weg is Jezus. De poort is verzoening. Het wachtwoord bekering.
Zo wordt het koninkrijk vandaag de dag links en rechts geopend. Als je er oog voor krijgt is het overweldigend hoeveel en hoe vaak. Overal waar het evangelie van Jezus en zijn apostelen klinkt wordt het koninkrijk geopend. Wij denken vanuit Zondag 31 vaak vooral aan de kerkdienst en aan gesprekken die ambtsdragers voeren. Maar het is veel breder. Als ik naar mijn eigen leven kijk zie ik duidelijk waar ik toegang gekregen heb. Het waren mijn ouders die me verteld hebben dat ik gedoopt ben en wat dat betekent. Zij leerden me bidden. Zij gingen mij voor in liefde voor God, zijn woord en kerk. Zo heb ik Christus leren kennen. Maar wacht eens even, dan is dit dus echt heel breed. Niet alleen in een christelijke opvoeding wordt het koninkrijk geopend, maar ook wanneer ik met mijn broeder of zuster bijbelstudie doe. Er wordt geopend in de catechisaties en op vereniging. En wanneer jij collega’s, buren of vrienden over Christus vertelt. Door het zendingswerk op Papua wordt het koninkrijk geopend. De apostolische wegwijzers willen gebruikt worden. De sleutels zijn toen, door de apostelen, gehanteerd, maar de wegwijzers die het resultaat daarvan zijn moeten ook vandaag in de levens van mensen geplant worden.
Hoe reageer jij wanneer dat bij jou gebeurt? Het koninkrijk wordt voor je geopend, de weg wordt je gewezen, en dan? De deur van het koninkrijk staat wagenwijd open en de sleutel om binnen te gaan ligt in je hand. Het wachtwoord is je voorgespeld. Ga je binnen? Daar kan ik niets over zeggen. De kerkenraad ook niet. Het gaat in het evangelie om het toezeggen van vergeving en nieuw leven. Meer kan een preek toch ook niet zijn? Of jij binnengaat door geloof is een vraag die jij jezelf moet stellen en die jij ook alleen zelf kunt beantwoorden. Dat is iets dat zich afspeelt tussen jou en God, in de intimiteit van jullie relatie samen. Hij kent je hart. En je weet heel goed van jezelf of je wel of niet gelooft. Je weet van jezelf of je door een preek bemoedigd of vermaand wordt, aangespoord of gerust gesteld.
De kerkelijke tucht speelt zich wel in het openbaar af. Dan zijn er wel mensen die er iets over zeggen. De gemeente roept mensen die publiek de wegwijzers negeren terecht. Mensen die de weg van Jezus en de apostelen niet willen gaan moeten worden gewaarschuwd en bij verharding buiten de gemeente worden gesloten. Uit liefde. Want het koninkrijk van de hemel kent geen achterdeurtjes of vip-ingangen. En wie een gaatje in de muur probeert te graven om de hoofdingang te vermijden komt bedrogen uit. Wie zou daar niet op gewezen willen worden wanneer je per ongeluk op dat spoor terecht komt? En let op, de deur gaat nooit op slot. Voor niemand. Er is altijd ruimte voor bekering.
Het schitterende uitzicht vanmiddag is dat van het binnengaan. Laten we blijven bij de leer van de apostelen. Laten we hun wegwijzers volgen in geloof en ze doorgeven waar dat maar kan. Te beginnen bij onze kinderen en verder aan iedereen die God om ons heen plaatst. En dat klinkt dan toch zo: zo vaak als jij de belofte van het evangelie aanneemt, dan zijn je zonden vergeven en straalt de eeuwige vrede van God over je heen. Dat mag je als mensen ook tegen elkaar zeggen; doe dat maar! Trouwens, ook voor jezelf mag je die troost vastgrijpen: wie de wegwijzers nauwgezet volgt mag zeker weten behouden thuis te komen. Amen.